De twee fases van de schuldhulpverlening
Het huidige model dat de meeste gemeenten en schuldhulpbedrijven hanteren binnen de schuldhulpverlening, is het tweefasenmodel. Dit houdt in dat het hele traject is opgedeeld in twee fasen: De stabilisatiefase (de eerste fase) en de schuldregelingsfase (de tweede fase). Hiervoor kunnen er door de gemeente verschillende trajecten zijn, die gericht zijn op preventie (het voorkomen dat iemand in de schuldsanering terechtkomt) en na de schuldregelingsfase, bij het succesvol afsluiten van een schulddienstverleningstraject, kan er nazorg worden verleend, om te voorkomen dat iemand weer terugvalt.
De eerste fase
De eerste fase binnen de schulddienstverlening is de stabilisatiefase. Nadat je een aanvraag tot schulddienstverlening hebt gedaan bij je gemeente, volgt er binnen vier weken een intake. Deze intake kan door iemand van de gemeente zelf gedaan worden, maar het kan ook zijn dat je gemeente een gespecialiseerd schulddienstbedrijf heeft ingehuurd om de hele schulddienstverlening uit te voeren. De intake is gericht op het inzichtelijk krijgen van de financiële situatie; hoe staat iemand ervoor, wat komt er aan geld binnen en wat gaat er uit? Daarnaast moet de intake ook een beeld geven van hoe ‘saneringsrijp’ je bent. Als je bijvoorbeeld verslavingsproblemen hebt, dan zal een schuldsanering vaak minder kans van slagen hebben. Deze groep worden de ‘problematische schuldenaars’ genoemd. Daarnaast zijn er ook de ‘problematische schulden’, zoals niet-saneerbare CJIB-boetes. Als er sprake is van problematische schulden bij een problematische schuldenaar, dan is de kans op een succesvol saneringstraject onvoldoende en zal vaak gekozen worden voor een andere oplossing, zoals stabilisatie en het behandelen van de onderliggende problematiek bij de schuldenaar.
De tweede fase
De tweede fase is het daadwerkelijk regelen van de schulden: de schuldregelingsfase. In deze fase is de intake succesvol verlopen, is de schuldenaar ‘saneringsrijp’ en zijn de schulden te saneren. In dit traject zal de schuldregelaar contact zoeken met de schuldeisers en, op basis van de afloscapaciteit, een saneringsaanbod doen. Als de schuldeisers daarmee akkoord gaan, dus met een percentage van hun openstaande schuld, dan volgt er een soort overeenkomst. Hierbij verbindt de schuldenaar zich aan de voorwaarden van de schuldsanering te houden.